Inhoudsopgave |
Hoewel ik het geluid van m'n 312 Y-block helemaal te gek vind en 'm voor geen goud wil ruilen voor iets anders, wil ik wel proberen 'm zo zuinig mogelijk te laten lopen. Één van de manieren om dat te doen is te zorgen dat de verbranding van de benzine zo goed mogelijk gebeurt. De techniek van toen is tegenwoordig verre van optimaal. Er zijn veel elektronische ontstekingen te koop die een veel betere vonk leveren dan de originele mechanische ontsteking. Laat ik van tevoren wel even melden dat ik nog niet zo lang zelf aan auto's klus, dus wat ik hier beschrijf is wat ik er tot nu toe van begrijp. Wat gebeurt er eigenlijk bij de ontsteking? In simpele stappen: Het circuit is gesloten (de puntjes staan dicht) waardoor de bobine geladen wordt op de primaire kant. Als de motor weer een klein stukje door draait, duwt het ook de rotor een stukje verder waardoor deze lijnt met een van de bougiekabels en zal een van de acht nokjes onder de rotor de puntjes uit elkaar duwen. Op dat moment wordt het circuit onderbroken en wil de opgebouwde energie weg en zoekt via de secundaire kant van de bobine een plek waar deze energie "over kan springen". In een ideale situatie is dat in de bougie. De vonk zal daar de vers ingespoten benzine doen ontbranden waardoor deze uitzet en de cilinder met kracht naar beneden duwt. De draai zorgt ervoor dat de puntjes weer sluiten en het hele riedeltje opnieuw kan beginnen voor de volgende cilinder in de volgorde. Zoals gezegd, dit alles in een ideale situatie. In werkelijkheid duurt het heel even voordat de puntjes helemaal open gaan. In de korte tijd dat de puntjes nog dicht bij elkaar zijn, zal de energie, die bedoeld is voor de bougie al voor een klein vonkje zorgen tussen de puntjes. Dit heeft 2 nadelen: 1. er is minder energie over voor een goede vonk bij de bougie 2. de puntjes "verbranden" een beetje: het zogenaamde pitting. ![]() Het is ook nog eens zo dat, hoe harder je rijdt, hoe vaker er een vonk moet worden gemaakt. Stel dat je zo'n 2000 toeren rijdt dan moeten er (8 vonkjes per draai) is 16000 vonken per seconden afgeleverd worden in de motor. De tijd dat de bobine heeft om de energie enigszins op te bouwen wordt dus steeds korter naarmate je harder rijdt. Dit kan dus één van de redenen zijn dat je Thunderbird minder power heeft als je op de snelweg zit... Een elektronische ontsteking lost deze zaken voor je op. Hoewel er verschillende systemen zijn werken ze bijna allemaal met een vervanging voor de puntjes. Door deze schakelaar (want dat is het) te vervangen door één die niet "dendert", los je in één keer de 2 boven genoemde problemen op. Je schakelt dan namelijk zonder verlies op de schakelaar om en hebt de volledige opgebouwde energie ter beschikking voor de vonk op de bougie. Bij mijn zoektocht naar een elektronische ontsteking op internet kwam ik prijzen tegen van 150 euro en hoger. Op zich niet onoverkomelijk, zeker niet gezien de winst die je behaalt, maar minder leuk dan en zeker duurder dan zelf iets bouwen. Nou heb ik de mazzel dat mijn vader elektrotechnisch ingenieur in ruste is, dus na een kort overlegje was de conclusie al snel: zelf doen! Al snel bleek er een heel leuk kitje te zijn van Velleman met het nummer K2543. Wat dit stukje elektronica doet is het schakelen van de puntjes overnemen en verleggen naar een transistor. Als de puntjes open gaan schakelen ze dus de transistor die op zijn beurt de stroom op de primaire kant onderbreekt. Het kleine beetje stroom dat nu door de puntjes geschakeld wordt veroorzaakt dus geen pitting meer en de transistor schakelt zo mooi en in één keer dat de ontlading zeer sterk is. Daarmee valt deze elektronische ontsteking dus onder de vonkversterkers. Het in elkaar solderen is echt een fluitje van een cent. Je prikt alle onderdelen op de duidelijk aangegeven plekken en soldeert alles even netjes vast. EKKDWD oftewel Een Kind Kan De Was Doen ;-) ![]() Hoewel ik nog op zoek ben naar een mooier doosje viel mijn keus vooralsnog op een HAF-doos die ik toevallig nog had liggen. Het resultaat is niet slecht. ![]() Inmiddels heb ik de ontsteking onder het dashboard geplaatst zodat die wat minder warm wordt. Niet dat het een probleem was, maar voorkomen is beter dan genezen. Nadat de boel ingebouwd was en alle tests succesvol verlopen waren (starten ging opeens ook een stuk soepeler) wilde ik de ontsteking eens goed af laten stellen. De hoeveelheid mensen die dat nog goed kunnen neemt rap af, maar via, via kwam ik terecht bij Roels Cars & Bikes in Hillegom. Voor het afstellen moet je wel een afspraak maken. Roel neemt echt de tijd voor je. Roel begon met het terugbouwen van de elektronische naar de oude mechanische ontsteking. Het grote voordeel van deze zelfgebouwde ontsteking is dat er alleen een paar draden omgelegd hoeven te worden voor het terug bouwen naar de oude situatie. Het meest ingewikkelde is dat één kant van de condensator los wordt gehaald, maar dat stelt al niets voor. ![]() Na een kwartiertje kon Roel dus de motor aan zijn computer hangen. Zo kan hij de basis instellingen goed zetten zonder last te hebben van eventuele (elektronische) toevoegingen. Het bleek dat er verkeerde sproeier in de carburateur zat en dat de carburateur sowieso niet helemaal werkte zoals zou moeten. Inmiddels heb ik een gereviseerde originele, maar da's weer een ander verhaal. Na enig gepruts en gevloek van de kant van Roel deed de motor het heel aardig. Op de computer zag je wel heel duidelijk dat de cilinders erg "sprongen" ten opzichte van elkaar, maar hij pruttelde lekker stationair rond de 600 toeren. Toen werd het tijd om de elektronische ontsteking in te bouwen ![]() Zoals gezegd is dat allemaal vrij simpel, dus een kwartiertje later kon de boel weer gestart worden en kwam de kreet van Roel: "Zo, die elektronische ontsteking doet goed z'n werk!" En inderdaad, de computer liet alle acht de cilinders in een strakke lijn zien en dat niet alleen, de motor liep ook nog eens 200 toeren sneller stationair, wat aangeeft dat de verbranding ook nog eens netter en beter is. Toen kon ik het toch niet laten en vroeg aan Roel: "Wat denk je dat zo'n ontsteking moet kosten?". "Nou toch al gauw 200 euro!" zei Roel. "14 euro!" riep ik, Roel in verwarring achterlatend :-) |
Inhoudsopgave |