Dag 16 (6 sept): geplande reisdag, maar eerst: zou het lukken om de auto te maken?
Reikhalzend werd vanaf 9.45u uitgekeken naar de monteur.
Hij arriveerde iets na tienen en dook meteen vrolijk onder de motorkap.
Het bleek een heel aardige man met verstand
van zaken die ons echt wilde helpen. Na 20 min was de diagnose gesteld: de
benzinepomp was stuk. Hij is teruggegaan naar de garage en heeft daar nog een
passende pomp gevonden in de voorraad (de "roy" onder de pompen,
uiteraard).
Intussen hebben Alwies en ik een aantal
tankjes benzine opgehaald om de bijna lege tank te vullen zodat de nieuwe pomp
wel iets te zuigen had. Die is provisorisch ingebouwd en inderdaad startte de
auto weer en reed weer, beter dan de dagen ervoor! Een deel van de eerdere problemen
had dus achteraf al te maken met de haperende pomp! Eigenlijk hoort de pomp
achterin te zitten, maar hij had te weinig tijd vandaag om 'm netjes in te
bouwen. En we wilden vandaag in ieder geval aan de reis terug beginnen. De man
verzekerde ons dat we er zo wel mee naar huis konden rijden; a.s. Woensdag zou
de rekening volgen want vandaag is het kantoor gesloten. We hebben nog geen
idee wat het allemaal gaat kosten....
Na pizzalunch vertrekken we rond 14 uur toch
nog (opgelucht) richting midden Frankrijk; we dachten eerder toch even dat de
reis via de ANWB ambulance verder zou gaan.
Carla Bayle-Olemps (les Peiyeres) 268 km.
We rijden het mooie weer tegemoet, de verwachtingen voor midden-Frankrijk zijn
voor deze week beter dan voor Carla Bayle, waar regen en onweer op het
programma staan. Kap dus open, en genieten maar. De auto trekt weer lekker de
berg op. Maar als de motor goed warm is geworden, komt het eedere probleem (van
de carburateur) wel weer terug: als je steil de berg op gaat en teveel gas geeft,
gaat ie heel langzaam of slaat zelfs af. Dus na 2 uurtjes rijden weer even
koelen, tijd voor een lekker kopje percolatorkoffie. Rond 19.30 u stoppen we
vlak voor Rodez bij een hotel waar we de laatste kamer, in het souterrain
kunnen krijgen. Er is een prachtige plek half overdekt voor de auto vlak voor
onze ramen.
Dag 17 (7 sept): Olemps-la Celle-en-Morvan, 405 km.
Na het ontbijt vertrokken voor een lange rit naar de camping van Pien en Perry in
la Celle-en-Morvan. Stralend weer. Onderweg gestopt voor boodschappen bij de
intermarche; Edgar heeft ondertussen de nieuwe pomp iets verplaatst, wat verder
van het warme motorblok en wat meer in de wind van de ventilator. Naarmate we
langer rijden loopt de auto steeds beter en de motor blijft relatief koel.
Daarbij helpt dat de wegen minder kronkelig zijn en de hoogteverschillen
kleiner. Tussen de middag lunchen we in een klein dorpje vlak voor Issoire, in
hotel de Ville. Die hebben een prachtig terras in de schaduw, waar helaas niet
gegeten kan worden; de fransen zitten binnen met de vitrage dicht en de lampen
aan (?).
Maar wij krijgen onze zonne-uren wel, want
daarna rijden we verder totdat we tegen half 8 de camping oprijden. Bij het
kantoortje stappen we uit om ons aan te melden. Pien heeft ons al herkend want
die bleek al ingeseind door JP. Snel even de tent opzetten voordat het donker
wordt, maar de auto wilde echt niet meer starten, waarbij het lijkt of de
startmotor niet meer ronddraait. Dus eerst even de tent opgezet, daarna heeft
Edgar samen met Pien, Perry en nog een andere man de auto over de camping naar
onze kampeerplek geduwd.
Morgen kijken of we een diagnose kunnen stellen...
Dag 18 (8 sept): Camping les deux rivieres.
Na een nachtje in een trekkerstentje (ik moest Ed weer even helpen herinneren waarom
camperen leuk was...) begon de dag met percolator koffie en het Ford boek,
hoofdstuk startmotor. Die blijkt redelijk makkelijk uit te bouwen.
Daarna gaan we koffie drinken bij Pien en
Perry en daar wordt ook al eea besproken: startmotor, motor zelf, dynamo of
accu kan het zijn. Uit de schuur nemen we het nodige gereedschap mee. Nadat we
de accu alvast te laden hebben gezet met de acculader van Perry, ligt Ed al
onder de motor om de startmotor eraf te schroeven. Op het moment dat die eraf
is komt er een belg even kijken. Hij blijkt er verstand van te hebben en heeft
zelf een citroen uit 1921. De startmotor wordt getest rechtstreeks aan de accu,
en lijkt soepel te lopen, wel wat laag toerental. De borsteltjes zien er mooi
uit.
Dus dat lijkt het niet te zijn. intussen komt Perry even kijken, en constateert dat de accu nog maar op 12,8v staat terwijl
de lader al een tijdje max staat. Hij denkt dat de accu stuk is, dat door de
hitte een cel gesneuveld kan zijn. Maar de accu is nog relatief nieuw en 1.5x
zo zwaar als de originele accu. De startmotor wordt teruggebouwd en inmiddels
heeft een andere campinggast aangeboden om ons een lift naar de supermarkt te
geven voor boodschappen. Zijn vrouw blijkt toevallig lange tijd gewerkt te
hebben als poliassistent bij een reumatoloog in Zeeland, die ik ook goed ken.
We besloten eerst de diagnose rond te krijgen, zodat we eventueel naast
boodschappen ook een nieuwe accu konden gaan halen. Het plan was om met de auto
van de Belg ernaast via startkabels te starten en als hij dan liep, te meten of
de dynamo voldoende vermogen leverde of dat het de accu was. Maar dat bleek
niet nodig want hij startte al met de geladen accu, en het bleek al snel dat de
accu niet bij laadde, dus dat was het probleem. Met de campingbuurman dus naar
de supermarkt, waartegenover een auto onderdelenwinkel was. Met de nieuwe accu
was het probleem verholpen. Tijdens het in- en uitbouwen van de startmotor
besloot ik de kofferbak eens goed uit te mesten en schoon te maken want we
hadden onderweg een lekkende melkfles gehad. Bij het opruimen deden we een
bizarre ontdekking: een dode mus in de kofferbak!
En die bleek levend ingesloten, getuige een
flinke plek met vogelenpoep. En inderdaad hadden we onderweg wel piepen
gehoord, maar we dachten dat dat van de wielen afkwam. Ik grapte nog: het lijkt
wel of we een vogeltje in de auto hebben...heel zielig! Ik denk dat die op het
brood in de kofferbak was afgekomen. Tijdens onze picknick hebben we altijd de
kofferbak openstaan. Overigens piepte de wielen voor ook, vooral rechtsvoor want
bij controle bleken de kogellagers droog te lopen, het leek of er nooit vet
tussen gezeten had! Gelukkig had Perry nog kogellagervet in de schuur liggen en
Han heeft geholpen met het afstellen van de kogellagers, die gelukkig nog niet
naar de knoppen waren. Intussen besloten Jeroen, Monique (de campingburen die
ons een lift gaven) en ik het zwembad op z'n kop te zetten.
Als je meer wilt lezen over de camping Les Deux Rivieres, klik dan op de link.
Hoewel Pien en Perry het dus erg druk hebben,
vinden ze toch nog tijd en energie om ons uit te nodigen voor het avondeten! We
hebben gezellig pasta gegeten, wijn gedronken en verhalen uitgewisseld. Pien
heeft een heel vernuftige kampeerstoel gekocht voor tijdens hun fietstochten:
een pakketje van max 30 bij 15 cm, weegt slechts 889 gram! En Perry had nog een
geheim cassisdrankje dat Edgar zo lekker vond dat we besloten daarvoor de
volgende dag om te rijden om dat te gaan kopen.
Tevreden rolden we onze tent in, het kamperen
begint alweer te wennen.
Dag 19 (9 sept): camping les deux rivieres (la Celle-en-Morvan) via Caves du Mazenay-Chatillon-sur-Seine, 200 km.
Rond 7 uur begon het op de camping te stortregenen, net op de ochtend dat we de tent
wilden gaan inpakken om verder te trekken. Tegen 8 uur werd het buiten gelukkig
droog, maar uiteraard waren alle spullen nog kletsnat. Edgar is het linker
voorwiel van kogellagervet gaan voorzien terwijl ik de bestelde broodjes bij
Perry heb opgehaald. Na een lekker ontbijtje zijn we rustig de boel gaan
inpakken. Ook nog even gebeld met Lien want die is vandaag jarig. Een van de
campinggasten kwam even kijken of we de auto al gingen starten want hij wilde
nu wel graag een keer het geluid van de motor horen. Iets na twaalven was het
zover, er kon gestart worden.
Onder grote belangstelling, wel op flinke afstand want door het enorme vochtige weer sloeg er een grote walm witte rook
uit beide uitlaten. De halve camping stond blauw. Nadat we afscheid hadden
genomen van Pien en Perry reden we richting Mazenay om het heerlijke
cassisdrankje op te halen. Uiteraard kwamen we tijdens de lunchpauze aan
(tussen 12 en 14 uur is alles dicht). Dus hebben we zelf ook eerst geluncht in
een iets te chique restaurant (wij waren nog in camping outfit). Na Mazenay op
weg naar het noorden. Onderweg kwamen we door prachtig landschap (champagne)
met vele chambres d'hote. Maar tegen de tijd dat we gingen zoeken naar een
slaapplaats bleken ze niet mee dik gezaaid, en de 2 logis de France in de buurt
waren complet. Bij de 2de had Edgar alweer een lokale fransman onder de
motorkap, die geinteresseerd was in het y blok. Toen hij hoorde dat we een
logeeradres zochten vroeg hij waarheen we op weg waren en zei meteen dat hij
wel even zou bellen met een vriend die een hotel had niet zover hiervandaan, en
op de route. Die bleek nog plaats te hebben en we werden verwacht. En voor de
auto was er een overdekte garage, gratuit. Wij dus op naar Chatillon-sur Seine,
hotel Montagne.
Bleek een gedateerd hotel, met kleuren
mintgroen en paars interieur, piepkleine kamer en aan de hoofdweg van het
stadje. Maar onze auto stond riant binnen, en had meer ruimte dan wij. En de
eigenaar was allervriendelijkst. Het stadje was verder overigens beeldschoon.
Dag 20 (10 sept): Chatillon-sur-Seine-Signy-l'Abbaye 242 km.
Het is al beduidend frisser in de ochtend, als we met open kap
wegrijden. Sjaal, jas en fleecedekentje is wel nodig. Maar het weer is verder
goed en we hebben een mooie rit door Campagne en de franse Ardennen. Onderweg
gestopt voor lunch en de onvermijdelijke koffie bij het het meer “l’Etang de la
Horre”, prachtig plekje aan het water.
Hier hebben we de tent nog eens uitgepakt om
helemaal goed te laten drogen. Vlak na het wegrijden van dit plekje zien we
loslopend wild dat totaal niet onder de indruk is van het gepruttel van onze V8.
We worden door de natuur zelf blijkbaar millieuvriendelijk genoeg bevonden...
Zonder autoproblemen dit keer kwamen we iets
na 16 uur aan in Signy-l'Abbaye bij een logis de France (Auberge l'Abbaye) die
dicht leek maar vanaf 17 uur toch was bemand. We hadden geluk: 1 gast had
afgebeld, en wij konden die kamer krijgen, dit bleek een half appartement met
balkon in de zon en een heerlijke ruime badkamer. Dus na een uurtje in de zon
en daarna een uurtje in bad konden we al aanschuiven in het restaurant, waar we
heerlijk hebben gegeten.
Dag 21 (11 sept): Signy-l'Abbaye-Schriek, 191 km.
Bij het wegrijden hebben we veel bekijks van het personeel van de Auberge, er
worden zelfs foto's genomen. Het is fris en bewolkt maar we willen toch de kap
open. Echter een kwartiertje verderop begint het te spetteren en gaat de kap
dicht. Maar tijdens de koffiepauze schijnt de zon, we zitten op een plekje
langs de bosrand met schitterend uitzicht. Kap dus weer open. Nog geen 3
minuten rijden en het begint weer te spetteren...het is de eerste dag dat het
echt een twijfelgeval is of de kap nu dicht of open moet. Na een rustige dag
cruisen bereiken we (alweer zonder autoproblemen) onze bestemming in Schriek,
bij Bert en Suzie.
Dag 22 (12 sept): Schriek-Bilthoven, 180 km.
Ontbeten met Suzie (Bert had nachtdienst dus die is al vertrokken). Rond 10 uur
vertrekken we voor het laatste stuk van deze reis, via scenic route naar
Bilthoven. Het is stralend weer. Via Antwerpen, Turnhout en Baarle Nassau naar
Brabant. Via Gorinchem en het pontje over de Waal; onderweg nog een heerlijke
tom pouce gegeten en op 20 km van Utrecht hadden we er genoeg van en zijn via
de snelweg naar huis gereden. Einde van een heerlijke vakantie.
De afgelegde (terug)reis: